De Groene Amsterdammer

Mysterie uit Italië

Marja Pruis leest…

1001004006012879… altijd meer dan ze kan of wil bespreken. Hier doet ze verslag van haar bevindingen en overwegingen bij de boeken die ze leest. Deze week: Elena Ferrante.

Elena Ferrante, De verborgen dochter (2006). Wereldbibliotheek 2008, vertaald uit het Italiaans door Els van der Pluijm

Ik kan niet wachten tot de nieuwe Paris Review er is, want er is een interview aangekondigd met Elena Ferrante. Elena Ferrante! De Italiaanse schrijfster van …. en nu kan ik schrijven: de grote Napolitaanse romans, en doen alsof ik alles al gelezen heb, maar voor een groot deel is haar werk voor mij nog een belofte, de roman waarmee ze beroemd werd, Dagen van verlating ken ik bijvoorbeeld niet, maar wát ik van haar heb gelezen is zo exceptioneel dat je weet: deze blijft. Gisteravond ben ik begonnen De verborgen dochter te herlezen, en vanochtend las ik het uit, weer even verbaasd en een tikkeltje ontregeld als ik was toen ik het voor het eerst las. Het is het verhaal van de 47-jarige Leda, wetenschapster uit Florence, gespecialiseerd in Engelse letterkunde, die in haar eentje vakantie viert aan zee, aan de Ionische kust. Ze leest en schrijft wat, zwemt en zont, en kijkt naar de andere strandgangers. Haar aandacht wordt vooral getrokken door een grote Napolitaanse familie, van wie ze zo’n beetje alle onderlinge betrekkingen probeert te raden. De aanblik van de jongste moeder in het gezelschap, die een symbiotische relatie lijkt te hebben met haar dochtertje, brengt bij haar een gedachtestroom op gang over haar eigen moederschap. Haar beide volwassen dochters zijn nog maar net bij hun vader in Toronto gaan wonen, ze heeft per telefoon af en toe contact met ze.

In luttele bladzijden trekt Ferrante het beeld op van een rusteloze vrouw alleen, die terugkijkt op haar leven, de fouten die ze heeft gemaakt, de dromen die ze koesterde. Ze kijkt naar de moeder en haar dochtertje, dat op haar beurt het eindeloze getuttel met een kind naspeelt met haar pop. Wat ik me nog van de eerste lezing herinnerde, treft me nu weer: de details waarmee Ferrante de omringende natuur oproept, het dennenbos dat grenst aan het strand, de zee, ‘een tot aan de horizon rimpelloos, doorschijnend blad papier’, krachten die altijd het vijandige in zich schuil lijken te houden. Het mooie fruit op tafel blijkt aan de onderkant verrot, ’s nachts voelt ze opeens een groot glanzende insect naast zich op het hoofdkussen, in het bos valt een dennenappel pijnlijk op haar rug, in zee zou zomaar een kind kunnen verdwijnen, in de pop huist een worm.

Het verontrustende van De verborgen dochter is de genadeloosheid waarmee de vrouw zichzelf bekijkt, haar ambiguïteit ten aanzien van het moederschap, het verlangen te willen verdwijnen en tegelijkertijd het besef dat er al niet meer zoveel van haarzelf over is. ‘Wij zijn verplicht om van kleins af aan allerlei rare dingen te doen omdat we denken dat die essentieel zijn,’ merkt iemand in het voorbijgaan op. De verborgen dochter gaat over het onmogelijke verlangen te ontsnappen aan die ‘rare dingen’.  Leda lijkt zo gecontroleerd, maar is dat toch niet voldoende om het niet te kunnen laten om iets van haar pijn te willen botvieren op de jonge moeder en haar kind.

En nu dat wachten op het interview. Zouden de interviewers haar ook echt gesproken hebben, of is het een gesprek via de mail geworden? Ik denk het laatste, ik hóóp het zelfs, want dan is de schrijfster haar principe trouw gebleven dat boeken, eenmaal geschreven, hun auteurs niet nodig hebben. Een auteur die publiciteit accepteert, schreef ze in een essay, heeft tenminste in theorie geaccepteerd  dat zijn hele persoon, met al zijn ervaringen en gevoelens te koop wordt aangeboden samen met zijn boek. In Italië wordt sinds haar debuut druk gespeculeerd wie ze is, is ze de vrouw van …, is ze eigenlijk die en die man… Op elenaferrante.com staat een voorproefje van het interview, door Sandro en Sandra Ferri (bestaan die?), eerste vraag: Wanneer is volgens u een boek publicabel? Antwoord: ‘Als het een verhaal vertelt dat ik, onbewust, lang heb weggeduwd, omdat ik dacht dat ik het niet kon vertellen, omdat het vertellen me ongemakkelijk maakte.’ Ongemakkelijke constatering in De verloren dochter: ‘Banden doorsnijden en gewichtloosheid voelen is geen zegen, het is wreed, voor jezelf en anderen.’